Jan is lascoördinator en neemt een deel van de programmering voor zijn rekening en vertelt enthousiast over zijn werk: “Wij krijgen een tekening en een paar proefplaten, en vervolgens lees ik het lasprogramma handmatig in. Daarna zet ik de machine in automaatmodus, en voert hij precies uit wat ik heb geprogrammeerd. Het moment dat de robot draait, is echt fantastisch.”
Efficiënt werken
“In de beginfase waren we wel even druk met het programmeren, maar die tijd haalt de machine ruimschoots in. We programmeren op de computer en maken een databibliotheek aan met laswaarden, profielen, vormen en afstanden. Daar kunnen we van alles uithalen. Dan kunnen we programma’s eenvoudig selecteren, en doet de robot de rest. Dat bespaart veel tijd.’’
Kracht
De kracht van de lasrobot? Hij maakt het werk efficiënter. Jan legt uit: “Lassen zelf gaat niet sneller, maar alle handelingen daaromheen wel. Alle handelingen die een mens tijdens het lassen doet – verzitten, het werkstuk oppakken, neerleggen, het lasapparaat afstellen – slaat de machine over. Van punt a naar b doet hij gemiddeld in vier meter per seconde. Dat gaat enorm snel. En de machine hoeft niet naar de wc, hoeft geen koffie te hebben. Je zet hem aan en hij maakt zijn opdracht af.”
Hoge kwaliteit
“In theorie is de kwaliteit hoger dan wanneer iemand met de hand last. De machine beeft niet, weet precies waar hij moet wezen. Elke keer opnieuw, mits je het op de juiste manier invoert. En het belangrijkste: hij kan een handeling keer op keer herhalen, of het nu één keer is of duizend keer.”
Volgens Jan zorgt de lasrobot niet voor minder werk, maar juist voor meer mogelijkheden. “De doorlooptijd van een product is veel korter. Maar je bent en blijft afhankelijk van mensen die de machine programmeren, bedienen, het werkstuk op de pallet leggen, verpakken en aantallen bijhouden. De lasrobot gaat geen mensen vervangen maar zorgt er juist voor dat we nu opdrachten aankunnen die wij voorheen niet konden verwerken. Het biedt dus juist nieuwe kansen voor ons.”